Door Hedwig Saam, directeur Gemeentemusea Arnhem
Woensdag 13 mei 2009
Er ligt een dun rood mapje met papier op mijn bureau waaruit een aantal pagina’s steken waarop kleine plakkertjes kleven. Op die gemarkeerde pagina’s moet ik mijn handtekening zetten onder de aanvraag die het Museum voor Moderne Kunst Arnhem (MMKA) zal indienen bij de brandweer. Het gaat om het tentoonstellingsontwerp dat het stylisten/kunstenaarsduo Freudenthal/Verhagen voor het MMKA ontwierp in het kader van Arnhem Mode Biënnale. De complexiteit van het ontwerp, met zijn niveauverschillen en plafondbekleding, vereist een aanvullende gebruiksvergunning van de brandweer bij openstelling in de avond ten tijde van de opening. Ondanks het extra werk dat dit met zich mee brengt ben ik blij. Er zit schot in de voorbereidingen en na een lange periode van onzekerheid over wat er in het museum te zien zal zijn, zijn we nu allemaal opgetogen over wat ons te wachten staat.
Zes maanden daarvoor, begin november 2008
Ik ben net een maand eerder begonnen als directeur van de Gemeentemusea Arnhem. Op één van de eerste zondagen van november opent, in de winkel van Trix en Rees, een kleine tentoonstelling met het werk van Piet Paris. Een mooi moment om mij voor te stellen aan de artistiek directeur van de modebiënnale. Zowel in het Museum voor Moderne Kunst als het Historisch Museum opent op 5 juni a.s. een modebiënnale tentoonstelling. De data, locaties en namen van de curatoren liggen vast. Wat er straks te zien is, nog niet.
In de media is er rond november veel aandacht voor het Amerikaanse succes van Piet. Tot mijn verrassing, hangen enkele originele werken die Piet maakte voor Bloomingdales, ook in de tentoonstelling. Het is mooi om te zien hoe bijna alle ontwerpen van Piet in werkelijkheid zijn opgebouwd uit verschillende lagen en ook een combinatie zijn van verschillende technieken. Dat maakt ze heel gestileerd, maar verleent ze tegelijkertijd ook een heel grote authenticiteit. We raken over zijn werk (niet te koop, wachten op het boek dus!) aan de praat en spreken af elkaar snel te zien, in het kader van de voorbereidingen en concrete invulling van de modebiënnale binnen de Gemeentemusea.
Medio november 2008
Tegelijk met mij is bij de musea ook een nieuwe conservator Toegepaste Kunst begonnen; Eveline Holsappel. Behalve de startdatum is er meer dat ons direct met elkaar verbindt. Beiden hebben we namelijk een tijd in Engeland gewoond en gewerkt. Mijn Engelse periode ligt inmiddels al weer een behoorlijke tijd achter me. Eveline daarentegen komt vers uit de UK naar Arnhem. Voor ons beiden is het duidelijk dat de deelname van de musea aan de modebiënnale helemaal past in onze ambitie om mode en vormgeving structureel een prominente rol te laten spelen in de programmering. Ook buiten de biënnalemomenten. De bijzondere relatie van mode met haar publiek, de tegenstelling tussen individualiteit en uniformiteit die mode eigen is, de obsessie van mode met vernieuwing, mode als taal van tekens en de relatie van mode met andere artistieke disciplines. Het zijn stuk voor stuk aspecten die mode en mode als systeem, tot zulke interessante onderwerpen van studie maken voor een Museum voor Moderne Kunst. Voor ons, gesitueerd in modestad Arnhem, lijkt het onderwerp zich dus bijna als onvermijdelijk aan ons op te dringen…
Nu, op een koude ochtend in november, zoeken Eveline en ik de weg naar het atelier van het stylisten/kunstenaars trio Suzemaysho in de Beekstraat. Het atelier is alleen bereikbaar voor wie in een gangenstelsel dat van het ene leegstaande gebouw naar het andere voert, de op de muur geschilderde pijlen volgt. Tenslotte volgt dan nog een stukje over het dak van een belendend pand. Als de deur van het atelier open gaat, komt de warmte en de geur van warme chocolademelk ons tegemoet. Binnen is een hele wand ingeruimd voor het visualiseren van de eerste globale ideeën voor de tentoonstelling die het trio in het Historisch Museum wil realiseren. Het Historisch Museum is gehuisvest in een historisch pand in de binnenstad van Arnhem. Op de begane grond en de eerste verdieping zal straks iedere ruimte een eigen thema en inrichting krijgen. Rond het overkoepelende modebiënnale thema Shape zijn er aldus acht verschillende ‘vormfamilies’ gecreëerd waarbij bepaalde mode tendensen worden gecombineerd met verwante vormen van beeldende kunst, fotografie en (historische) objecten uit de museale collecties. Het levert, zelfs in zijn embryonale fase, een fascinerend associatief en visueel allitererend geheel op waarin onverwachte verbanden worden gelegd.
De opbouw van de tentoonstelling 'Holy House' gaat beginnnen.